Hoe de liefde van de ene mens voor de andere kan ontaarden in een nachtmerrieachtig scenario beschreven door Lize Spit
Wat is liefde? Daar zijn boekenkasten over vol geschreven. Romans soms eindigend in een diepgewortelde afkeer tussen twee ‘geliefden’. Bijvoorbeeld de roman Madame Bovary van Gustave Flaubert waarin de vrouw van een plattelandsdokter regelmatig overspel pleegt en boven haar stand leeft om zo aan de banaliteit en de leegheid van het provinciale leven te ontsnappen. Een vlucht ook voor het verplichte vrijpartijtje met manlief. Het in de loop der jaren fantasieloos op en neer bewegen richting de dagsluiting.
De T-splitsing van een levensweg: linksaf de ‘haat’ en naar rechts wijzend het bordje met ‘liefde’. Misschien wel het meest meeslepende affect in een mensenhoofd. Dat boven zichzelf uit kunnen stijgende wezen op zoek naar een andere wezen voor het tonen van affectie voor het gezamenlijk verder transcenderen.
Liefde en de uitverkoren lotgenoot
Onderdeel van het grotere geheel in het behoud van de menselijke soort. Plus het besef dat je er niet alleen voor staat als sapiens. Een levensopdracht met als grootste gevaar dat de ene onzalige weg de andere, het meer toegenegen pad, alsnog kruist in het onstuimige relationele landschap van toppen en dalen. Met als resultaat een vechtscheiding. Waarbij men zich de vraag kan stellen of er niet een egoïstisch motief achter de liefde zit en het helemaal niets te maken heeft met het jezelf op amoureuze wijze verliezen in de ander.
Meer een zich toe eigenen en er een soort van wederzijds oversteken plaatsvindt: ik jou en jij mij! Met als gevolg het op de wereld zetten van een derde, die dezelfde akelige route heeft te gaan met een al dan niet uitverkoren lotgenoot.
Er zijn filosofen (Friedrich Nietzsche) die wat betreft de liefde het eerste beweren, het toe eigenen van de ander, en beroemde romanciers die het tweede zeggen: het op neutrale wijze uitwisselen van ego’s. Bijvoorbeeld Marcel Proust met z’n liefdevolle gevoelens voor Albertine in Op zoek naar de verloren tijd. Althans in het deel getiteld: In de schaduw van de bloeiende meisjes. In De gevangene vindt er dan een zowel geestelijke als lijfelijke in bezitneming plaats van de geliefde door de hoofdpersoon. Dit om te voorkomen dat een ander er met de buit vandoor gaat.
Liefde als beproeving
Lize Spit zit met haar nieuwe roman tussen beide uitersten in. Maar bij haar voert een derde motief steeds meer de boventoon in de relatie tussen een zekere Leo (vrouwelijke hoofdpersoon) en Simon. Het gaat hier niet om het onvoorwaardelijk willen bezitten van een medemens of het belangeloos zich aan de ander overgeven, maar het weerstaan van ernstige psychische neergang bij de partner die er al dan niet bewust op uit is de ‘geliefde’ mee te slepen richting de mentale ondergang.
Liefde als interactioneel menselijk fenomeen kan een behoorlijke beproeving van het gevoelsleven zijn. Het vertrouwde eigen ego wordt op overweldigende wijze aangevuld met dat van een vreemd ik (de ander). Gekwadrateerde weerkaatsing van de menselijke geest. Een rampzalige gebeuren wanneer er bij die ander sprake is van een zich geleidelijk ontwikkelende innerlijke afwijking zoals bij Simon (eerst normaal maar dan steeds gekker). Een steeds diepere barst in de amoureuze reflectie veroorzakend. Geestelijke pijn het gevolg. Op kwellende wijze vertakkend. Tot de gebroken geliefde een deel van jezelf is geworden. Maar dan wel een verscheurd deel.
Waar in het begin van de relatie nog geen sprake van was. De twee ontmoetten elkaar in Brussel als studenten op een filmacademie. Dit tegen de achtergrond van een wederzijds familiedrama. Leo heeft pas haar moeder verloren en Simon overkomt hetzelfde. De avond na de uitvaart van z’n ma trekt Leo bij Simon in huis.
Poes Daan
Er is nog een derde huisgenoot in het ebook Ik ben er niet: poes Daan. Als dier een welkome bliksemafleider wanneer beide geliefden nog met elkaar moeten leren omgaan. Door Lize Spit knap beschreven in tal van treffende huiselijke taferelen: ‘Ik schrok wakker uit een diepe slaap, geradbraakt, alsof Simon me met het indrukken van de lichtschakelaar had terug geflitst uit een ver verleden en mijn lichaam zich in een halve seconde door een halve eeuw had gewrongen.’
En: ‘Daan, onze lapjeskat die tussen mijn knieën op het dekbed had liggen slapen, spurtte weg. Haar scherpe nagels krasten over de parketvloer. Het gekras was een vertrouwd geluid, plots wist ik weer waar ik me bevond en wie ik was, de kamer rondom me viel op z’n plaats, de plafonds met sierlijsten, de porseleinen harlekijn onder de glazen stolp op de schouw, mijn paardenstaart die tegen m’n zweterige rug kleefde, de kartonnen kroon op mijn hoofd. Vijf uur veertig, gaf het klokje op de wekkerradio aan. Achter de verduisterende gordijnen zou het zo meteen licht beginnen te worden. De zomer was in aantocht, buiten was de meest eerzuchtige vogel al aan het kwetteren. Een uur geleden had ik een slaappil geslikt, dat verklaarde mijn wazigheid.’
Onderlinge verstrengeling
Het beiden hebben van verdriet over het verlies van een ouder dat meteen ook een band schept: ‘Plots kende ik Simon beter dan eender wie. Hij was een punttekening in het kleurboek geweest, nu was ik in staat de lijn te trekken die al die punten op de juiste manier verbond: ik zag wie hij was, en niet alleen dat, ik zag wie hij zou worden, omdat ik precies wist welke gevoelens hem te wachten stonden.’
Maar die band begint te knellen. Er mag dan wel sprake zijn van een onderling gedeeld verdriet en het verwerken ervan, maar geen twee dingen zijn hetzelfde in de wereld. En helemaal niet twee zielen bezig zich te hervinden. Maar door de toevallige omstandigheid van een ontmoeting onderling verstrengeld raken.
Wat wel eens een te grote hindernis kan zijn het verleden achter zich te laten. Het hebben van een relatie dat steeds meer knelt. De wederzijds verliefde mens als twee vervlochten atomen met als spookachtig bijverschijnsel dat een verandering in het ene deeltje direct de tegenovergestelde verandering in het andere deeltje tot gevolg heeft. Hoe ver van elkaar verwijderd ook. Al is het een paar miljard lichtjaar. Wat dus helemaal niet kan, maar toch gebeurd in de kleine wereld van de kwantum mechanica wanneer dat wordt opgerekt tot de omvang van het universum.
Val
Hetzelfde onmogelijke natuurkundige proces plaats vindend in de wat grotere wereld van twee danig op de proef gestelde mensenhoofden? Liefde als geboeid worden en geboeid blijven zoals in de roman Ik ben er niet? Want dat behandelt tot in detail een dergelijk proces. Dat van de onmogelijke losmaking van twee vervlochten ego’s.
Het ene stevig gegrondvest (Leo) het andere wankel (Simon). De gezamenlijke val als enig overgebleven mogelijkheid. Wat dan ook gebeurt, uitgestreken over een kleine 570 pagina’s. Een proeve van kunnen in het beschrijven van een zich onvermijdelijk voltrekkende tragedie op het gebied van het ziekmakende liefdevolle de mens eigen.
Het ebook Ik ben er niet is o.a. bij Bol.com te koop voor €14,99
Selexyzebooks