HERDENKEN OF NADENKEN DOOR ARNON GRUNBERG
Deze keer een wat sobere herdenking op de Dam, maar niet minder interessant. De koning die voor een lege zaal stond. Misschien daarom het onderste uit de retorische kan haalde. Een speech door een kritisch ochtendblad als de Volkskrant geprezen.
Wat het meteen een beetje verdacht maakt allemaal. Een beetje of iemand boete deed, maar dan op familieniveau. De eerste van het land. Uiterst merkwaardig om te horen, vooral van iemand bij wie de baard in de keel wat laat over is gegaan op de wangen.
Het maakte het nog serieuzer, net of haren op een gezicht, een soort van echtheid garanderen, zoals bij de filosofen uit de Oudheid. Ook bij onze koning dus die waarschijnlijk geen enkele weet heeft van Plato’s befaamde Ideeënwereld. Maar die wel z’n grootmoeder een gebrek aan interesse verwijt voor het lot van de Joodse burgers in bezet Nederland tijdens haar maandelijkse praatje voor Radio Oranje vanuit Londen waar de regering in ballingschap zetelde.
Maar daar kunnen ook heel andere redenen achter gezeten hebben dan een vermeende onverschilligheid aangaande het lot der vervolgden. Misschien wilde ze de bevolking niet extra belasten met slecht nieuws als vervolging en uitroeiing.
Of er was niet genoeg bewijs en ze terug deinsde voor wat we nu nepnieuws zouden noemen. Onterecht, maar zo gaan die dingen nu eenmaal. De waarheid is pas achteraf te vinden. En zelfs dan is het nog oppassen of het geen verhuld leugentje om bestwil is dat zich als ‘echt’ presenteert.
Wel zeker is dat op de bruiloft van z’n oma, Juliana, op 7 januari 1937 (‘Een nieuwe lente op Hollands erf’) het Horstwessellied ten gehore werd gebracht en de arm gestrekt omhoog ging. Dit omdat Hitler als rijkskanselier een bevriende nazi was. Terwijl iedereen met een goed stel oren en kennis van de Duitse taal, zoals de in het huwelijk tredende prins-gemaal Bernhard von Lippe Biesterfeld, weet had van de anti-Joodse tendensen in het buurland. Nota bene zijn vaderland.
Reden waarom er ook een gestage stroom aan vluchtelingen op gang kwam. Die eerst op het ruime kroondomein van Wilhelmina ondergebracht zouden worden. Maar die wilde dat toch bij nader inzien liever niet en er een kamp in Drenthe werd gebouwd: Westerbork.
O, ironie van de geschiedenis. Een bescheiden Oranje tintje dus aan de deportaties een aantal jaren later. Maar daar zei Alex niets over in z’n toespraak. Terecht natuurlijk. Maar het blijft wrang. Net als de vlekkeloze samenwerking van de Nederlandse Spoorwegen met de ‘mof’. Waarvoor pas onlangs een schadevergoeding met de nog levende slachtoffers is overeengekomen.
Een tweede en mogelijk nog interessantere speech werd gehouden door iemand die ooit het ‘enfant terrible’ van de Nederlandse literatuur werd genoemd: de oud bestsellerauteur Arnon Grunberg.
In de hofauto terug naar klein Versailles in Den Haag stel ik me de volgende dialoog voor:
Alex: ‘Blij dat het hoge woord eruit is, Max. Het galmde wel een beetje tussen de gevels, net of we in een Oostenrijks bergravijn stonden. Mooi praatje trouwen van die kinderboekenschrijver. Z’n naam ben ik even kwijt. Net een tweede Pippi Langkous.’
Maxima, nog een beetje stram van het bukken met de kransen op de uitgestorven Dam: ‘Alex, Arnon Grunberg is geen kinderboekenschrijver maar eentje die romans publiceert, boeken die ooit als warme broodjes over de toonbank gingen. Maar dat was voor de komst van de smartphone. Je weet wel dat ding waar ik je nog mee filmde toen je de speech oefende in de tuin.’
Arnon Grunberg dus. Zonder Tweede Wereldoorlog had waarschijnlijk nooit iemand van hem gehoord. Net als dat nooit iemand van Adolf Hitler had gehoord wanneer Duitsland niet de Eerste Wereldoorlog had verloren, maar gewonnen.
Gelukkig weet een mens alleen de dingen die hij weet en niet omgekeerd, want dan wordt het fantasie en zou er, om met Ludwig Wittgenstein te spreken, beter het zwijgen toe gedaan kunnen worden. Luidt een oude volkswijsheid niet: ‘Als m’n tante een pikkie had, dan was het m’n oom.’?
Maar het verliezen van Duitsland in de blessuretijd van de Eerste Wereldoorlog is geschiedenis op macro-niveau en de geventileerde hersenspinsels van Arnon Grunberg ruim een eeuw later, het super micro niveau van een kleine egoïstische querulant. Maar ook mini dictatortjes wentelen zich maar al te graag in de hun aangedane historie.
Vandaar waarschijnlijk z’n betrekken van de Marokkaanse minderheid in het herdenkende gebeuren. Door hem gelijkgesteld met joden, wat door hem als jood extra gewicht in de discriminerende schaal legt. Die van de niet-Joodse zwijgende meerderheid, het islamgebeuren helemaal zat. En er een nieuwe holocaust dreigt. Met de andersgelovigen uit Noord-Afrika als slachtoffer.
Vandaar het door onze retoricus gebezigde beladen woord op dat tijdstip van de dag, vlak na achten op 4 mei. Het raken van een open zenuw. Iets dat trouwens een soort traditie aan het worden is, ook op andere dagen onder niet joden.
Noemde de voorzitter van de Farmers Defence Force z’n agrarische leden ook geen joden in de perikelen rondom de te hoge stikstof uitstoot op het boerenbedrijf? Wat het allemaal nog ongeloofwaardiger maakt. Vooral uit de mond van een joods iemand. Dan klinkt het helemaal nogal vergezocht en opgelegd. Maar ook kwetsend voor de niet-Jood. Die dan misschien wel zouden instemmen met een nieuw Westerbork bestemd voor Marokkaanse relschoppers.
Misschien dat Arnon Grunberg eens een tijdje naar Timboektoe moet verdwijnen als een wat oud grijs kind in plaats van het leed van een vrijwel verdwenen generatie oorlogsslachtoffers, bijvoorbeeld z’n ouders, ten eigen mediale nut en genoegen aan te wenden. Volgend jaar: ‘Bij ons in…’. Vul zelf maar de naam van een satellietkamp van Auschwitz in. Bergen Belsen bijvoorbeeld.
En de uitgever juichen bij het zoveelste door z’n rebelse auteur veroorzaakte opstootje, om de ingezakte verkoop van z’n boeken weer wat op te krikken. Dat is het dubbele van commercie en herdenken: leed in het groot dat op kruidenierachtige wijze de knip in het klein spekt.
Daar moet eens goed over nagedacht worden in het post-virustijdperk. Bijvoorbeeld of het wel gepast is het afschuwelijke ‘nu’ te betrekken in het nog veel afgrijselijkere ’toen’. Twee werelden die beter strikt gescheiden kunnen blijven. Of die heel misschien door iemand met het statuur van een Loe de Jong, de in 2005 overleden directeur van het NIOD en schrijver van het omvangrijke naslagwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, met elkaar in verband gebracht zouden moeten worden.
Dit dan in een weloverwogen studie naar parallellen tussen toen en nu, voor zover die te vinden zijn. De kletskoek deskundigheid van een halfbakken koning of een over het paard getilde, bij de laatste boekenlezers in ongenade gevallen ‘romancier’, brengt de oplossing van het bloedige raadsel der geschiedenis geen stap dichterbij. Eerder het tegendeel.
BIJ ONS IN AUSCHWITZ van Arnon Grunberg is als EBOOK te koop bij Bol.com.
Selexyzebooks